(Voor de duidelijkheid van het verhaal graag eerst Chimpansee 1 en 2 lezen)
Ik leg een stelling voor van een yogi: ‘Mensen zijn in staat om goddelijkheid te scheppen: er is de keus tussen goed of slecht. Chimpansees zijn bijvoorbeeld niet in staat om andere chimpansees in Indonesië te redden.’
Deze chimpansee is heel snel en direct in reactie: ‘Ik hoef ook geen dieren te redden in Indonesië. Ik ben hier. Als ieder mens de wereld om zich heen goed heeft, is alles goed. Dan hoeven Nederlanders niet naar andere landen om te redden.’
En over het scheppen van goddelijkheid van mensen: ‘Mensen zijn in staat chaos te scheppen. Ik zie zoveel ballast bij mensen die naar ons komen kijken.’ Als ze dit zegt, voel ik tranen opkomen en trek daaruit de conclusie dat deze chimpansee zich het lot van mensen wel degelijk aantrekt. ‘Ik wil geen mens zijn,’ zegt ze. ‘Er zijn zo weinig mensen in balans. Of ze gaan gebukt onder zorgen of ze maken zich te groot.’
Ik vraag haar wat haar advies zou zijn. ‘Mensen hoeven alleen maar te zijn. Maar ze willen altijd meer en raken dan verstrikt.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten