‘Weet je hoeveel mensen ik al zie?’ vraagt de giraffe als ik contact maak. Het is duidelijk dat hij niet zo’n interesse heeft. ‘Iedereen heeft wat te zeggen over ons,’ vertelt hij. ‘Er zijn er maar een paar die rustig kijken.’ Hij laat merken dat hij vindt dat de meeste mensen veel te gretig kijken. Consumerend kijken, noemt hij het. Inhalig kijken. ‘Mensen willen stukken van mij naar zich toe trekken. Ik sluit me daarvoor af.’
‘En de verzorgers?’ vraag ik. ‘Hoe zit het daarmee?’
‘Er zijn erbij die rustig, gelijkwaardig met ons omgaan. Rust en respect vind ik belangrijk. Er zijn er ook die haastiger zijn, met minder aandacht voor ons.’
De giraffe laat zien dat hij rustig benaderd wil worden. Hij wil dat er alle tijd voor hem genomen wordt. Nogmaals zegt hij: ‘Ik wil rust.’
Hij laat ook zien dat hij wel naar mensen kan kijken, maar: ‘Alleen als ik wil.’
Ik vraag hem hoe hij dan naar mensen kijkt en hij laat zien dat hij alle beelden als in een film aan zich voorbij laat trekken. Het raakt zijn wezen niet.
‘Het contact met de verzorgers is iets wederzijds,’ zegt hij en hij laat me voelen dat hij ‘afdaalt’ naar hen om een mate van begrip en betrokkenheid te hebben. Hij laat ook voelen dat hij hen wel toelaat in zijn lijf, in zijn wezen.
‘Waarom kwam je nou?’ vraagt hij ineens.
‘Nou,’ antwoord ik wat overdonderd, ‘Uit nieuwsgierigheid. Ik wil graag weten hoe jullie het hebben in de dierentuin.’
‘Ik heb het goed hier.’ Hij geeft het beeld dat hij het hele terrein heeft om te lopen. En hij laat me voelen dat hij een rustig, relaxed dier is. Hij geeft mij de indruk dat de verzorging van hem alleen maar goed kan als mensen zich op hem afstemmen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten